Interview met...
Karin Kos, directeur-rentmeester Stichting Goois Natuurreservaat
U bent een Erfgooiersdochter en geeft aan een speciale band met de eeuwenoude heidevelden te hebben, kunt u mij uitleggen waarom?
‘Ik ben geboren en getogen in Hilversum. De liefde voor de prachtige natuur in het Gooi is mij al heel jong meegegeven. Ons gezin was vaak in de natuur voor wandelingen en fietstochten. Mijn middelbare schooltijd was in Laren, en ik fietste elke dag over de heide. Als directeur-rentmeester van het Goois Natuurreservaat ben ik weer terug op de hei en de bossen, waar ik bij mag dragen aan het beheer en het behoud van de Gooise natuur. Voor mij is nu de cirkel rond.’
Wat is uw favoriete plek in deze mooie omgeving?
‘De Westerheide, waar ik zoveel dierbare herinneringen heb liggen. Het is ons grootste heideveld en ik geniet elke keer weer van de weidsheid en de paarse gloed in augustus, als de hei in bloei staat. En natuurlijk onze schaapskudde en de majestueuze Schotse hooglanders, die er met hun begrazing voor zorgen dat het oude, voor het Gooi zo karakteristieke heidelandschap open blijft.’
U geeft aan de natuur robuuster te willen maken, zodat het beter bestand is tegen de klimaatveranderingen, hoe wilt u dit gaan doen, wat zijn hiervoor de stappen?
‘Een voorbeeld hiervan zijn onze bossen. Een klein deel daarvan is nog voormalig productiebos, aangelegd in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Deze bossen bestaan veelal uit dezelfde soort bomen, wat niet goed is voor gezondheid van de bomen en de bodem. Ze zijn vatbaarder voor verdroging, ziektes en plagen. Bossen zijn gebaat bij zoveel mogelijk variatie, met een kruiden- en struikenlaag en open plekken waar veel plant- en diersoorten kunnen leven. Zo ontstaat er veel leven, houdt het bos zichzelf in stand en spreken we van ‘handen-af-bos’: een gezond bos waar ingrijpen van buitenaf eigenlijk niet nodig is. Met de klimaatverandering komen meer perioden van droogte en hitte, en meer en heftiger regenval. Een gezond bos is bestendiger tegen deze gevolgen van de klimaatverandering. We nemen hier de tijd voor. In de komende tientallen jaren vormen wij voormalige productiebossen om tot robuuste bossen door bijvoorbeeld inheemse loofboomsoorten te planten, open plekjes te creëren en oude en zieke bomen te vellen. Daardoor kunnen ook spontaan soorten die van nature in een bos in onze omgeving thuishoren, opkomen.’
De coronacrisis is hopelijk ten einde als we de balans opmaken wat de natuur ons als mens heeft gebracht… maar wat heeft het de natuur gekost en hadden we dit anders moeten aanpakken.
‘De coronacrisis heeft de al grote druk op de Gooise natuur nog meer vergroot. In lockdowns was de natuur ingaan vaak het enige mogelijke uitje. In persconferenties werden mensen zelfs aangespoord de natuur op te zoeken. We hebben daarvan absoluut de nadelige gevolgen ondervonden. Opgejaagde reeën, voetballende mensen op de kwetsbare heidevelden en ontzettend veel zwerfvuil. Maar ik heb de coronacrisis ook zeker als een kans voor de Gooise natuur gezien. Meer mensen zijn zich veel bewuster geworden van de rijkdom van zoveel mooie, toegankelijke en gevarieerde natuur pal om de hoek. En zijn zich bewuster geworden van het feit dat juist door die natuur zo fijn wonen is in het Gooi.
‘Dat dat niet vanzelfsprekend is, is tot veel mensen doorgedrongen. Dat zien we bijvoorbeeld terug in het grote aantal nieuwe donateurs dat zich sinds de pandemie heeft aangemeld. Of bedrijven die ons weten weet te vinden voor het steunen van een project. Ook nu de pandemie voorbij is willen we onze slogan ‘Koester ons groene thuis’ op allerlei manieren blijven uitdragen. Want voor onze natuur moeten we sámen blijven zorgen in het Gooi.’